Na lange onderhandelingen is de regering De Wever een feit. Het regeerakkoord van 31 januari 2025 bevat diverse fiscale hervormingen.
Voor de investeringssector springen de meerwaardebelasting (‘solidariteitsbijdrage’) en de taxatie van carried interest in het oog, al komen deze hervormingen niet als een verrassing. Het fiscale regime voor de ‘beleggingsvennootschap’, waaronder de Private Privaks, blijft behouden. Bovendien voorziet het regeerakkoord in een versoepeling van de reglementering rond de Private Privak, wat dit vehikel nog aantrekkelijker zal maken voor de Belgische PE/VC-sector.
Hierna volgt een overzicht van de relevante punten.
Invoering van een meerwaardebelasting op aandelen – impact op de Private Privak?
Vandaag zijn meerwaarden op aandelen en andere financiële activa volledig belastingvrij, zolang ze voortkomen uit het ‘normale beheer van het privévermogen’. Speculatieve meerwaarden daarentegen worden belast aan 33% (+ gemeentelijke opcentiemen).
De invoering van de zogenaamde ‘solidariteitsbijdrage’ betekent het definitieve einde van de belastingvrije meerwaarden in de privésfeer. In de toekomst worden deze meerwaarden, met uitzondering van een vrijgesteld bedrag van 10.000 euro (jaarlijks geïndexeerd), belast tegen een vast tarief van 10%.
Voor belangen van minstens 20% geldt een uitzonderingsregime, wat doorgaans weinig relevant is voor een fondsinvesteerder. Meerwaarden tot 1 miljoen euro blijven volledig vrijgesteld, terwijl bedragen tussen 1 miljoen euro en 10 miljoen euro progressief belast worden tegen 1,25% tot 5%. Voor meerwaarden boven €10 miljoen geldt opnieuw het standaardtarief van 10%.
Historische meerwaarden blijven vrijgesteld. In de eerdere hervormingsplannen van Van Peteghem werd gesproken van een ‘ijkpunt’, waarbij alle relevante financiële activa op een bepaalde datum tegen marktwaarde werden vastgeklikt. In dit kader is het raadzaam dat de belastingplichtige bij de inwerkingtreding van de nieuwe wetgeving een dossier opstelt om de vastgelegde marktwaarde later te kunnen onderbouwen.
Minderwaarden op aandelen zullen in de toekomst aftrekbaar zijn in het belastbare tijdperk waarin zij geleden werden (i.e. er is geen overdraagbaarheid naar latere tijdperken).
Wat betreft de Private Privak, heeft de invoering van de meerwaardebelasting voorlopig weinig impact. De meeste Private Privak-fondsen zijn immers zo gestructureerd dat er gemikt wordt op een (liquidatie)dividend, eerder dan op meerwaarden op aandelen. Het is echter niet uitgesloten dat sommige fondsen zich richten op exits door middel van meerwaarden op aandelen. In deze situaties kan het interessant zijn om de investering via een vennootschap te ondernemen.
Tot slot, de invoering van de meerwaardebelasting zal vermoedelijk gepaard gaan met een aangifteplicht in de personenbelasting. De fiscale administratie kan dit aangrijpen om de aangegeven meerwaarden als speculatief te beschouwen (33%) in plaats van als zijnde meerwaarden uit het normaal privébeheer van het privévermogen (10% volgens het regeerakkoord). Dit zou een indirect effect kunnen zijn, in lijn met de nadruk op belastingcontroles in het regeerakkoord.
Versoepeling reglementaire aspecten Private Privak en behoud van het fiscaal regime van de ‘beleggingsvennootschap’
Het regeerakkoord vermeldt dat de Private Privak regelgeving op een aantal punten wordt versoepeld en dat er meer flexibiliteit zal worden voorzien inzake de duurtijd, aantal aandeelhouders en de toegelaten investeringen.
Ook op compliance vlak zouden er vereenvoudigingen komen wat betreft de UBO-verplichtingen.
Tegelijk ondergaat het DBI-stelsel een aantal wijzingen m.b.t. de participatievoorwaarde, maar deze blijven zonder gevolg voor de Private Privak. Het fiscaal stelsel van de ‘beleggingsvennootschap’ blijft immers overeind in het regeerakkoord.
De enige fiscale aanpassing die verwacht wordt, is de afschaffing van de aftrek voor minderwaarden op aandelen in hoofde van privéinvesteerders in de Private Privak.
Carried Interest
In het regeerakkoord geeft de regering aan een specifiek, concurrerend regime voor carried interest te willen invoeren, met een belastingtarief van maximaal 30%.
Deze maatregel zal waarschijnlijk van toepassing zijn in de personenbelasting – historische plannen en structuren via managementvennootschappen zouden buiten scope vallen.
De invoering van deze maatregel werd in de sector verwacht en is dan ook geen grote verrassing. Het voordeel van deze maatregel is dat het rechtszekerheid biedt en dat het risico op een herkwalificatie als divers inkomen (33%) of zelfs beroepsinkomen (onderworpen aan progressieve tarieven in de PB + sociale bijdragen) hiermee wordt uitgesloten.
VVPRbis
Het huidig VVPRbis-regime wordt behouden.
Conclusie
De invoering van de solidariteitsbijdrage betekent een fundamentele wijziging in de huidige principiële belastingvrijstelling van meerwaarden op aandelen voor privéinvesteerders. Een bijkomend aandachtspunt is de bewijsvoering van de historische meerwaarden. Investeerders die via een vennootschap investeren, kunnen het VVPRbis-regime blijven toepassen wanneer zij de opbrengsten uit hun vennootschap aan zichzelf uitkeren.
Wat de belasting van carried interest betreft, kan de invoering van een specifiek regime bijdragen aan meer rechtszekerheid. Daarbij zouden historische plannen en structuren via managementvennootschappen buiten scope vallen van de nieuwe belasting.
Specifiek voor de Private Privak worden er geen fiscale aanpassingen verwacht (behalve de afschaffing van de aftrek voor minderwaarden op aandelen). Dit strookt met het standpunt in het Regeerakkoord dat stelt dat de hervorming budgetneutraal zal zijn voor de Private Privak. Het voornemen om de regelgeving rond de Private Privak te versoepelen, is positief nieuws, aangezien bepaalde strikte regels onnodige belemmeringen creëren.
***
Laatste update: 6 februari 2025